Beschreven schijf: De bende van Jan de Lichte
uit: Artistiek Tijdschrift Ambrozijn, Jaargang 31 - 2013

Sterke koffie, de krant en een sigaret; meteen drie ongezonde dingen om de dag mee te beginnen. De krant heeft het weer over Noord-Franse gangster(tje)s die de grensstreek onveilig maken... een rammetje hier, een kraakje daar... misschien iaat het veiligheidsoverleg van de betrokken ministers binnenkort toe dat onze politie over 'de schreve' mag gaan.
('De schreve' is de volkse benaming van de grensstreek tussen de Westhoek en Noord-Frankrijk.)
Omdat ik vandaag ook een grenzeloos mooie cd van organist Jan Vermeire te beluisteren mag aanbieden, vond ik het grappig eens een link te leggen met mijn Aalsterse stadsgenoot Jan de Lichte (1723-1748). Krantenkoppen moeten blikvangers zijn die meteen aanzetten tot lezen. Lees dus maar verder.
Jan Vermeire, geboren in mei '68, is geen lichtgewicht, ook geen bendeleider of gangster maar een zelfverzekerde 'Einzelgänger' die van organiseren weet in Veurne en verre omstreken. Even snel steekt hij de grens over om ons te laten genieten van enkele schatten van historische orgels in Frans-Vlaanderen, en dit jaarlijks terugkerend. In een recent ontvangen concertuitnodiging treffen we de hiernavolgende omschrijving van de veelzijdige aan. Hij is organist van de Onze-Lieve-Vrouw ter Duinenkerk in Koksijde en vaak te horen op prestigieuze orgelfestivals in heel Europa. Als artistiek directeur staat hij in voor een omvangrijke grensoverschrijdende samenwerking tussen de orgelfestivals van Veurne en Koksijde en het Festival International d'Orgue en Flandre (Frans-Vlaanderen).
Voor deze nieuwe cd was voor Jan zelfs geen Zwitserse berg te hoog. De reden daarvoor staat uitvoerig beschreven in het bijlageboekje van de cd en geeft meteen een eerlijk en oprecht beeld waaruit blijkt dat Jan Vermeire een bijzonder organist en musicus is. De keuze van het anno 1985 door Jürgen Ahrend (Duitsland) gebouwde orgel voor de voormalige jezuïetenkerk van Porrentruy in Zwitserland is meteen een schot in de roos.
Het klankkleurenpalet van dit instrument is verrassend mooi en niet opdringerig. De klankopname in de kerkruimte klinkt eveneens verrassend gaaf en zeer duidelijk, wat van vele bestaande opnames jammer genoeg niet altijd kan gezegd worden. De voorkeur van Jan voor de hier opgenomen werken van grootmeester J.S. Bach verduidelijkt hij zelf in de tekstbrochure. Uit Bachs gigantische orgeloeuvre is dit weliswaar een kleine bloemlezing, maar met de finesse van een zorgzame Japanse bloemenschikster gepresenteerd. Neem daarbij het vlekkeloze, rustige en evenwichtige orgelspel van Jan Vermeire met een perfecte beheersing van de kleine en grote muzikale lijnen en je hebt een opname in huis (als) van een grootmeester die vertolkend de keuze voor die muziek, voor precies dat orgel en de schoonheid van het gebodene verklaart. Zeventig minuten luisteren, tussen preludium/fuga in D en preludium/tripelfuga in Es van de partita "Sei gegrüsset Jesu", de eerste triosonate in Es, het ontroerende "Nun kornm' der Heiden Heiland" en het speelse Duetto in G. Deze schitterende schijf is een aanrader voor al wie van orgel en van Bach houdt en voor wie Jan Vermeire beter wil leren kennen.
Jan, verleg uw grenzen maar verder. Ik weet dat je dit snel kunt: nog vóór de douanier "Rien a déclarer?' gezegd heeft, ben je al de pijpen uit! •

Kristiaan Van Ingelgem
- Cd-gegevens: Secretum Records SR 1201/Orgelvereniging Het Secreet vzw. Sporkijnstraat l, 8630 Veurne/www.janvermeire.be

↑top↑

 

 

 

 

 









 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Home
Bio
Contact
Events
Recordings
Press
Follow Jan on






↑ top↑

 

 

 

 

 

 

 

Kerkmuziek (2013)

Hoewel de Zwitserse reformator Zwingli zeer muzikaal was, was hij vierkant tegen enige muziek of zang in de kerk en wilde als zodanig alle orgels uit de kerken verbannen. Dat is toen gelukkig niet overal gebeurd maar het had wel tot gevolg dat de orgelcultuur in Zwitserland pas veel later dan in de overige Europese landen tot ontplooiing is gekomen. Dat neemt niet weg dat momenteel Zwitserland ook een groot aantal belangwekkende historische, maar ook bijzonder fraaie nieuwe orgels bezit. Middels boeken kunnen we daar uitvoerig kennis van nemen (of zelf gaan kijken), maar ook via cd-uitgaven kunnen we van de orgelpracht van Zwitserland genieten.

Onlangs verscheen een cd van het Jürgen Ahrend-orgel in de kerk van Porrentruy waar de Belgische organist Jan Vermeire een orgelcd maakte met uitsluitend Bachwerken. Dat doet hij op uitstekende en muzikale wijze. Met name in de Partite diverse sopra: ‘Sei gegrüsset Jesu gütig' worden de vele klankmogelijkheden van dit orgel op voortreffelijke wijze gedemonstreerd. Zonder meer een prachtige orgel-cd van een eveneens prachtig orgel in een fraaie historiserende orgelkas. Een Secretum Records uitgave SR1210.

Dezelfde organist maakte ook een aanbevelingswaardige cd op het uit 1716 daterende Jacobus van Eynde-orgel in de OLV-kerk in Ver-Assebroek (Brugge). Een juweeltje van een orgel dat uitstekend geschikt is voor wat oudere muziek. Terecht heeft organist Jan Vermeire hier dan ook een programma samengesteld bestaande uit werken van Sweelinck, Browne, Cornet, Philips en andere oude meesters. Een uitzonderlijk mooie kas omsluit het klankvolle orgel. Ook hier ontpopt organist Jan Vermeire zich als een uitstekend speler die ook veel zorg heeft besteed aan de gekozen registraties. Beide uitgaven zijn keurig verzorgd met foto's en informatieve teksten. Al met al twee cd's van een Belgisch organist die ik graag onder uw aandacht heb gebracht. Besteladres: www.janvermeire.be

Elburg, Maarten Seijbel

↑top↑

Jan Vermeire im Tübinger Orgelsommer
(Schwäbisches Tagblatt, 26. Juli 2012)

Tübingen. Solch eine Programm-Zusammenstellung wünscht man sich in einem Festival wie dem Orgelsommer: eine vielseitige und stilsichere Bandbreite, ohne in ein beliebiges Häppchen-Büffet oder eine demonstrative Leistungsschau umzuschlagen. Der 1968 geborene Jan Vermeire, Titularorganist an der Liebfrauenkirche auf den Dünen im flandrischen Koksijde, künstlerischer Leiter zweier renommierter belgischer Orgelfestivals, wurde am Donnerstag in St. Johannes mit minutenlangem Beifall gefeiert. Unter seinen Händen klang die Rieger-Orgel so einzigartig, als kenne er das Instrument seit Jahrzehnten.

Zunächst begann Vermeire auf der neuen Truhenorgel der Johannesgemeinde. Ein ideales Instrument für Jan Sweelincks Variationen über „Onder een linde groen“ („Unter einer Linde grün“). Denn der Nachbau von Jürgen Kopp mit seinen sommerlich heiteren Holzpfeifen orientiert sich just an frühbarocken Kleinorgeln aus der Zeit des europäischen Orgelvaters Sweelinck.

Dieselbe unglaublich tiefenscharfe Durchhörbarkeit erzielte Vermeire auch an der großen Kirchenorgel mit ihren über 40 Registern. Bach Präludiums und Fuge D-Dur BWV 532 war ein Meisterstück: ein vertikal durchgebildeter Klangaufbau, vollendet ausgewogen und minutiös aufeinander bezogen, so dass zwischen den Klangschichten Raum blieb und sich im Wechselspiel die einzelnen Registerfarben entfalten konnten.

Jede Registerkombination überraschte und überzeugte sogleich mit den ersten Tönen, war originell, ohne manieriert zu wirken. In Bachs Choralbearbeitung „An Wasserflüssen Babylon“ ließ Vermeire archaisch-bukolisch Gems-, Krumm- und Nachthorn wehklagen. Bei Bachs Duetto in G verflochten sich verschiedene Flötenregister, jede Stimme mit derselben Sorgfalt geführt.

Die Nummer 5 aus Villa-Lobos‘ „Bachianas Brasileiras“ spielte Vermeire in einer Bearbeitung von Camil Van Hulse. Im Original eine Sopran-Arie mit Celli-Begleitung, unterscheiden sich dort Melodie und Begleitrhythmen schon allein durch ihre Klangfarbe. Auch wenn Vermeire die Melodie mit Voix céleste-Register heraushob, ließen sich hier die Schichten nicht immer ganz so einfach sortieren.

Als Hommage an den anwesenden Tübinger Komponisten Jan Janca spielte Vermeire dessen „Intrade, Elegie und Sortie“. Janca, der 2013 seinen 80. Geburtstag feiert, war von 1971 bis 1996 Organist an St. Johannes. Die drei Stücke in französischer Orgeltradition potenzierten sich in ihrer gegensätzlichen, suggestiven Farbigkeit. Fluktuierende Klangprozesse mit allmählichen Umfärbungen, Wellenbewegungen in überlagerten Farbtemperaturen, feierliche Fanfaren-Motive.

Durchaus als wesensverwandt konnte man die Suite „Mariales“ des französisch-libanesischen Zeitgenossen Naji Hakim hören. Die fünf Sätze sind auf gregorianischen Mariengesängen aufgebaut: interreligiöse und interkulturelle Weltmusik. Zuletzt zwei gelungene „Rausschmeißer“: „En el silencio de la noche“ und „El dia de fiesta“ von Noel Goemanne, der hier Populäres und Toccatenhaftes kurzschließt. Und ein Organist, der auf allen Gebieten gleichermaßen begeistert. (ach)

↑top↑